Hoe denkt de rest van Nederland over het basketbal in Groningen? Hier een klein deel van een artikel uit het Friesch Dagblad naar aanleiding van de wedstrijd tegen Aris:
Het Groningse Martiniplaza was zaterdag het decor voor een afstraffing van de basketballers van Aris. De Griekse oorlogsgod Aris legde het daarmee ook op het veld af tegen de Germaanse dondergod Donar. Zoals dat buiten de lijnen al langer het geval is.
Tweeënhalf jaar geleden, tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen, bevestigde een kolderiek voorval al eens de status van Aris in Leeuwarden. Het oefenpotje tegen de Duitse sparringpartner Essen werd destijds vroegtijdig beëindigd. De reden? De zaal was na zessen gereserveerd door een andere sportploeg en dus was het onherroepelijk opruimen geblazen voor de eredivisionist.
Het was weliswaar geen wereldschokkende gebeurtenis, maar in Groningen zou zoiets niet voorkomen. De dagelijkse gang van zaken bij de club is tot in de puntjes geregeld en de stad ademt basketbal. Vorige week nog werd bekend dat de stad eraan denkt om in december de Basketbalweek te gaan organiseren, nu de Haarlem Basketball Week wegens financiële problemen geen doorgang meer vindt.
Peperdure college-jackets met Donar, de door fans nog altijd vaak gehanteerde naam in plaats van sponsornaam GasTerra Flames, op de achterzijde horen bij het Groningse straatbeeld. De regerend landskampioen kon vorig seizoen rekenen op meer dan drieduizend aanhangers per wedstrijd, terwijl Aris het moet doen met een paar honderd man in de eigen sporthal. Marketingstands, cheerleaders en een van afstand bestuurbare zeppelin die door de zaal vaart: Groningen maakt een Amerikaanse show van een basketbalwedstrijd.
,,Als je daar gaat kijken, ben je een avondje uit. De fans leven dagenlang naar een wedstrijd toe. In Leeuwarden kijk je vooral naar de wedstrijd. Al hebben wij tegenwoordig ook een mascotte”, zegt Aris-center Bas Rozendaal, kort na de grootste nederlaag van het seizoen (104-61) tegen de lijstaanvoerder in de eredivisie. Rozendaal kent de kwaliteiten van Groningen als geen ander, want tot vorig jaar maakte hij zijn minuten nog in Martiniplaza, de plek waar hij in mei landskampioen werd met zijn toenmalige teamgenoten.
Bij Groningen werd hij groot, ook getuige zijn 2,12 meter schoon aan de haak en gevormd tot de speler die hij nu voor Aris is. ,,Donar is traditioneel een van de grootste clubs van Nederland”, stelt Rozendaal. ,,Als zij voor een wedstrijd naar Bergen op Zoom moeten, reizen er een man of vijftig mee. Dat is bij de meeste andere clubs niet eens voor te stellen.” Toch ziet hij ook voordelen aan de kleinere status die Aris geniet. Zo rept hij over een familiegevoel, daar hij de weinige medewerkers van de club snel leert kennen. ,,In Groningen is het wat dat betreft natuurlijk heel anders opgezet. Bij Aris doen we dingen met z’n allen. De medaille heeft dus twee kanten.”
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten